Industrieel beleid in Europa onder de loep: beschermt de Clean Industrial Deal onze gezondheid en het milieu of zwicht het voor de industrie?
26.02.2025 | Grondrecht
Clean Industrial Deal gepresenteerd door Ursula von der Leyen in Antwerpen
De Europese Commissie heeft de Clean Industrial Deal gepresenteerd als een strategie om de concurrentiekracht van de Europese industrie te versterken en tegelijk de transitie naar een klimaatneutrale economie te versnellen. Deze deal moet het antwoord bieden op de groeiende concurrentiedruk uit de VS en China, terwijl ze tegelijkertijd een duurzame industriële transformatie stimuleert. Maar hoe effectief is deze deal werkelijk als het gaat om het beschermen van de volksgezondheid en het milieu?
Hoewel de Clean Industrial Deal als een belangrijke stap wordt gepresenteerd, dreigt ze door invloed van de industriële lobby haar slagkracht te verliezen. De deal mist duidelijke en bindende maatregelen om vervuiling drastisch terug te dringen en de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen versneld af te bouwen. Dit roept de vraag op: biedt deze deal een echte oplossing voor de milieu- en gezondheidsproblemen die Europa teisteren, of is het vooral een economische zet om de industrie te sussen?
Europese industrie in crisis: waarom de Clean Industrial Deal er is
De Clean Industrial Deal komt er op een kritiek moment. De Europese industrie kampt met stijgende energiekosten, een afnemende productiecapaciteit en een toenemende concurrentiestrijd met de VS en China. Met deze deal hoopt de Europese Commissie investeringen in energie-intensieve sectoren en cleantech te stimuleren, terwijl ze een langetermijnstrategie voor industriële stabiliteit uitwerkt.
Antwerpen, de thuisbasis van Europa’s grootste chemische cluster, werd niet toevallig gekozen als locatie voor de lancering van deze deal. Meer dan 400 CEO’s en industriële leiders waren aanwezig om hun invloed uit te oefenen en garanties te eisen over energieprijzen en wetgevingskaders. De Belgische premier Bart De Wever en Vlaams minister-president Matthias Diependaele sloten zich aan bij de discussie, waarmee het belang van de chemische industrie in deze deal nog eens werd onderstreept.
De lobby en de afschaffing van strengere milieuverplichtingen
Naast de Clean Industrial Deal stelde de Europese Commissie ook de Omnibus voor, een pakket maatregelen bedoeld om administratieve lasten voor bedrijven te verlagen. Dit lijkt op het eerste gezicht een stap richting efficiënter beleid, maar de realiteit is dat de Omnibus wetgeving verzwakt die bedrijven verplicht te rapporteren over hun sociale en ecologische impact. Hierdoor wordt het nog moeilijker om industriële vervuiling te monitoren en aan te pakken.
Onder druk van de chemische lobby worden rapportageverplichtingen verminderd en blijven strengere regelgeving rond milieubeleid en volksgezondheid achterwege. Dit is een directe bedreiging voor de bescherming van omwonenden van industriële gebieden, zoals in Zwijndrecht, waar de PFAS-vervuiling al decennia lang een onaanvaardbare tol eist op de volksgezondheid.
Gezondheid en milieu: de onzichtbare kosten van chemische vervuiling
Terwijl de Clean Industrial Deal zich richt op economische groei en innovatie, blijft de impact van chemische vervuiling op gezondheid en milieu grotendeels onderbelicht. De gezondheidsrisico’s van blootstelling aan schadelijke stoffen zoals PFAS, zware metalen en luchtverontreinigende stoffen zijn onmiskenbaar.
Elk jaar veroorzaakt luchtvervuiling in de EU honderden miljarden euro’s aan gezondheidskosten. Blootstelling aan hormoonverstorende stoffen zoals endocriene disruptoren kost de samenleving naar schatting 163 miljard euro per jaar. De gevolgen van PFAS-vervuiling alleen al worden geraamd op 84 miljard euro per jaar, en dit is waarschijnlijk nog een onderschatting.
Bovendien nemen klimaatextremen zoals hittegolven, droogtes en overstromingen toe. Tussen 1980 en 2023 bedroegen de economische kosten van klimaatgerelateerde rampen in Europa naar schatting 738 miljard euro. In de zomer van 2023 stierven meer dan 47.000 mensen in Europa door extreme hitte.
Toch blijven beleidsmakers achter op schema als het gaat om de strijd tegen chemische vervuiling en de gevolgen van de klimaatcrisis. De Clean Industrial Deal biedt weinig garanties dat industriële vervuilers zullen worden gedwongen hun emissies snel en drastisch te verminderen.
Waarom de Clean Industrial Deal niet voldoende is
Om echt doeltreffend te zijn, moet de Clean Industrial Deal méér zijn dan een industriële groeistrategie. Het moet een plan zijn dat industrieën verantwoordelijk houdt voor hun vervuiling en dat de volksgezondheid centraal stelt. Er zijn drie cruciale principes die in deze deal moeten worden verankerd:
- Voorkomen van vervuiling: In plaats van vervuiling achteraf op te ruimen, moet er een strikt preventiebeleid komen. De productie en lozing van schadelijke chemicaliën zoals PFAS moeten volledig worden uitgefaseerd.
- Stopzetten van subsidies en financiering van vervuilende industrieën: Overheden subsidiëren nog steeds bedrijven die bijdragen aan luchtvervuiling en chemische vervuiling. Dit geld moet in plaats daarvan worden geïnvesteerd in schone energie en milieuvriendelijke productieprocessen.
- Sanering van bestaande vervuiling: De industrie moet verantwoordelijk worden gehouden voor de schade die zij heeft aangericht. PFAS-vervuilde gebieden moeten op kosten van de vervuilers worden gesaneerd, en er moet een Europees fonds komen om gemeenschappen te helpen die jarenlang zijn blootgesteld aan industriële gifstoffen.
Conclusie: een gemiste kans voor een gezondere toekomst
De Clean Industrial Deal wordt gepresenteerd als een routekaart naar een duurzame toekomst, maar zonder concrete en afdwingbare maatregelen zal het eerder een beschermingsmechanisme voor de industrie zijn dan een werkelijke doorbraak voor het klimaat en de volksgezondheid.
De impact van chemische vervuiling, fossiele brandstoffen en luchtverontreiniging op onze gezondheid en leefomgeving is te groot om nog langer te negeren. Als Europa écht wil inzetten op een schonere en gezondere toekomst, moet de Clean Industrial Deal een Zero Pollution Deal worden. Dit betekent vervuiling stoppen voordat het ontstaat, subsidies voor vervuilers afschaffen en een radicale omslag maken naar een volledig duurzame en circulaire industrie.
Het is aan ons, als burgers, om druk te blijven uitoefenen op beleidsmakers en de industrie. We kunnen ons geen verdere vertraging veroorloven. De tijd om te handelen is nu.