PFAS-vervuiling in Vlaams kraanwater: politiek stilzwijgen verergert de crisis
01.03.2025 | Grondrecht
De aanwezigheid van PFAS in het Vlaamse kraanwater roept ernstige vragen op over de volksgezondheid en de verantwoordelijkheid van beleidsmakers. Terwijl de wetenschappelijke inzichten over de schadelijke gevolgen van deze ‘forever chemicals’ steeds duidelijker worden, blijft de politieke reactie lauw en ontoereikend.
Uit recent onderzoek blijkt dat in de helft van Vlaanderen kraanwater wordt geleverd met een te hoge concentratie PFAS. Hoewel deze chemische stoffen niet direct acute vergiftiging veroorzaken, stapelen ze zich op in het lichaam en kunnen ze leiden tot ernstige gezondheidsproblemen, zoals hormoonverstoring, aantasting van de leverfunctie en een verhoogd risico op kanker.
Ondanks deze verontrustende feiten blijven de verantwoordelijke politici en overheidsinstanties opvallend stil. Zij spelen nochtans een sleutelrol: zij zijn betrokken bij de intercommunale waterbedrijven, zij verlenen vergunningen aan vervuilende industrieën, en zij bepalen de normeringen voor ons drinkwater. Het gebrek aan transparantie en daadkracht is dan ook niet alleen problematisch, maar potentieel gevaarlijk voor de volksgezondheid.
Intercommunales en het drinkwatersysteem: een ondoorzichtige structuur
Vlaanderen telt zes grote intercommunale drinkwaterbedrijven, waaronder De Watergroep, Pidpa, Water-link en Farys. Deze bedrijven leveren water aan huishoudens over het hele gewest, waarbij sommige hun drinkwater ook importeren uit Wallonië of Brussel.
Intercommunales opereren echter grotendeels buiten het publieke zicht. Gemeenten sturen vertegenwoordigers naar de bestuursraden, maar hebben vaak nauwelijks controle over het beleid. Ook de Vlaamse overheid houdt slechts beperkt toezicht. Hierdoor is het moeilijk om in te grijpen wanneer zich problemen voordoen, zoals de structurele PFAS-vervuiling die nu aan het licht komt.
Bovendien worden deze intercommunales onder druk gezet om zoveel mogelijk winst uit te keren aan gemeenten, wat leidt tot financiële problemen. In 2018 bleek de schuldenlast van bovengemeentelijke verenigingen veel hoger te liggen dan die van de gemeenten zelf. Het uitkeren van dividenden aan gemeenten betekent dat investeringen in waterzuivering en infrastructuur vaak op de lange baan worden geschoven, terwijl consumenten opdraaien voor hogere waterfacturen.
De impact hiervan is nu zichtbaar: burgers betalen de prijs voor de vervuiling, terwijl de industrie die verantwoordelijk is voor de lozing van PFAS grotendeels buiten schot blijft.
Wie betaalt de PFAS-rekening? Niet de vervuiler, maar de gebruiker
Het principe ‘de vervuiler betaalt’ wordt in Vlaanderen nauwelijks toegepast. Hoewel chemische bedrijven en industriële vervuilers verantwoordelijk zijn voor de uitstoot van PFAS, worden de kosten van waterzuivering doorgeschoven naar de consument.
De PFAS-vervuiling in het drinkwater betekent dat waterbedrijven moeten investeren in geavanceerde filtratiesystemen om de concentraties onder de norm te houden. Deze extra kosten worden niet verhaald op de industrie, maar op de watergebruikers. De consument betaalt dus dubbel: eerst met zijn gezondheid, en daarna via een hogere waterfactuur.
Dit is des te schrijnender gezien de Vlaamse politiek zich afzijdig houdt van strengere wetgeving en de lozingsnormen amper worden aangescherpt. Het is een systeem waarin economische belangen zwaarder wegen dan de volksgezondheid.
Politieke verantwoordelijkheid: vergunningen en ontbrekende acties
Naast hun betrokkenheid bij de intercommunales spelen politici een directe rol in de vervuilingsproblematiek. Ze verstrekken vergunningen aan chemische bedrijven, waardoor deze hun afvalstoffen in het milieu kunnen lozen. Dezelfde beleidsmakers zijn verantwoordelijk voor de milieunormen die bepalen wat als veilig wordt beschouwd – en in het geval van PFAS blijkt die normering zeer discutabel.
Het 3M-schandaal in Zwijndrecht, waarbij jarenlang hoge concentraties PFAS in de bodem en het grondwater werden gedumpt, leidde tot de oprichting van een parlementaire onderzoekscommissie. Maar hoewel ambtenaren werden aangepakt, bleven de politieke verantwoordelijken buiten schot. Dit past in een patroon waarbij beleidsmakers de ernst van chemische vervuiling systematisch onderschatten of negeren.
Het Vlaamse regeerakkoord spreekt over een PFAS-actieplan, maar voegt hier expliciet aan toe dat de gezondheid en veiligheid van burgers beschermd moet worden op een manier die de realisatie van industriële projecten niet in de weg staat. Dit betekent in de praktijk dat economische groei zwaarder doorweegt dan milieubescherming, en dat de industrie in feite een vrijgeleide krijgt om te blijven vervuilen.
De Oosterweelwerken en PFAS: sanering of milieuversoepeling?
De PFAS-problematiek is ook zichtbaar in de Oosterweelwerken. De sanering van vervuilde grond in en rond Antwerpen blijkt te duur, waardoor de overheid oplossingen zoekt die minder strikt zijn. Dit betekent concreet dat milieunormen worden versoepeld in plaats van gehandhaafd.
Ook de bouwsector uitte recent haar bezorgdheid over de PFAS-regelgeving. Een vertegenwoordiger van de sector verklaarde dat de regelgeving “onrealistisch streng” is en geen rekening houdt met de hoge bevolkingsdichtheid in Vlaanderen. Dit suggereert dat men pleit voor soepelere normen, ondanks de vaststelling dat PFAS een ernstige bedreiging vormen voor de volksgezondheid.
PFAS en TFA: de urgentie van een verbod
De schadelijke effecten van PFAS zijn wetenschappelijk bewezen, en toch blijft de Vlaamse overheid terughoudend in haar aanpak. Terwijl in Wallonië en Frankrijk strengere maatregelen worden genomen, blijft Vlaanderen zich verschuilen achter Europese richtlijnen.
Sommige partijen, zoals Vooruit, pleiten intussen voor een verbod op PFAS en TFA-houdende pesticiden. Dit is een stap in de goede richting, maar zonder daadkrachtige actie blijft het probleem bestaan. Als Vlaanderen werkelijk werk wil maken van een gezond leefmilieu, moet het inzetten op:
- Striktere lozingsnormen voor de industrie
- Volledige transparantie over waterkwaliteit en PFAS-concentraties
- Afschaffing van subsidies voor vervuilende bedrijven
- Een belasting op vervuiling in plaats van een verhoging van de waterfactuur voor burgers
Conclusie: geen actie betekent een ‘forever problem’
Zonder een radicale koerswijziging blijft PFAS een voortdurende bedreiging voor Vlaanderen. De wetenschap is glashelder over de risico’s, maar de politiek blijft afwachtend. Als er geen strengere maatregelen komen, blijft het probleem zich opstapelen – in het water, in het milieu, en in ons lichaam. De Vlaamse regering heeft de kans om een voorbeeld te stellen en een gezondere toekomst te garanderen voor haar burgers. De vraag is alleen: kiest men voor de volksgezondheid of voor de industrie?
De klok tikt, en zonder onmiddellijke actie zal PFAS niet alleen een ‘forever chemical’ blijven, maar ook een forever problem.
BRON:
https://apache.be/2025/03/01/daarom-zwijgen-politici-over-pfas-watergate