Zwijndrecht, waar zelfs de lucht vragen oproept

Maar de conclusie van het Departement Zorg was niet: ‘de situatie is onaanvaardbaar en vereist directe actie.’ Nee, het was: ‘verder onderzoek is nodig’.


22.03.2025 | Grondrecht

Er zijn plekken waar de tijd stil lijkt te staan, en plekken waar hij ronddwaalt als een giftige wolk. In Zwijndrecht doet hij allebei. Terwijl het rookpluimpje uit de schoorsteen van 3M zijn gemoedelijke rondjes draait boven de perenboomgaarden, wacht een hele gemeenschap al jaren op iets wat in andere delen van Vlaanderen vanzelfsprekend is: het recht om veilig adem te halen, te spelen, te wonen.

Het bloedonderzoek dat deze week werd voorgesteld, bevatte geen verrassingen, en dat is misschien nog het schrijnendst van alles. Eén op twee inwoners in de buurt van de fabriek heeft te veel PFAS in het bloed. Kinderen die speelden in de tuin dragen het gif met zich mee, wellicht voor de rest van hun leven. Maar de conclusie van het Departement Zorg was niet: ‘de situatie is onaanvaardbaar en vereist directe actie.’ Nee, het was: ‘verder onderzoek is nodig’.

De boodschap is duidelijk: we weten het, maar we doen het niet.

G., 65, ziet de fabriek roken boven zijn perenbomen, zijn paard graast eronder alsof alles normaal is. “Moeten we ons meer zorgen maken dan gisteren?” vraagt hij retorisch. Het antwoord is even cynisch als helder: neen, want de zorgen van gisteren zijn nooit opgelost. Ze zijn gestold tot achtergrondruis.

Wat erger is dan het gif zelf, is de gelatenheid waarmee het wordt omkaderd. We zijn collectief gewend geraakt aan het idee dat een kind dat buiten speelt in een Vlaams dorp PFAS opneemt alsof het een vitamine is. En wanneer burgers, zoals Toon Penen, vragen om échte antwoorden, krijgen ze een handleiding voor handen wassen. Alsof hygiëne de nieuwste strategie is tegen industrieel wanbeleid.

Dat de helft van de bewoners een overschrijding heeft van de PFAS-normen is mogelijk nog een onderschatting, aangezien enkel de ‘lineaire’ PFAS gemeten werd. De ‘vertakte’ vorm, die samen de som van PFOS zou moeten uitmaken, bleef buiten beschouwing. Waarom? Omdat Vlaanderen, vijftig jaar nadat PFAS hier in de grond en in het bloed sijpelde, er nog steeds niet in slaagt om een betrouwbare, uniforme meetmethode te hanteren. Elk lab, zijn waarheid. Elk staal, een schatting. Elk rapport, een vaagheid.

Intussen blijft de overheid volharden in symboliek. Gras in de speeltuin, schors tegen het opwaaiende zand. Maar niemand graaft de grond af. Niemand komt met afdwingbare herstelmaatregelen. Niemand zegt: dit is een medische crisis, een ecologische ramp, een maatschappelijke schande.

De mensen van Zwijndrecht vragen geen schouderklopjes of empathie in perscommuniqués. Ze willen weten wie verantwoordelijk is. Ze willen weten waarom de PFAS in hun bloed juridisch nog geen schade is, terwijl het lichamelijk allang een feit is. Ze willen weten of hun kinderen gezond kunnen blijven, en of hun huizen nog verkoopbaar zijn zonder gewetenswroeging.

De enige echte verrassing van deze week was misschien dat er überhaupt nog verontwaardiging mogelijk bleek. Want na jaren stilzwijgen, technische rapporten en versleten procedures, blijft één waarheid onwrikbaar overeind: wie in Zwijndrecht leeft, leeft op geleende tijd.

En geleende tijd moet je niet verspelen aan nieuwe denktanks. Je moet hem gebruiken om het puin te ruimen. Letterlijk.


Geef een reactie

Je e-mailadres zal niet getoond worden. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Scroll naar boven