18.09.2022 | Grondrecht

Handleiding + bezwaarschrift BSP subzone 1a


Bedankt voor jullie engagement om onderstaand bezwaarschrift in te dienen.
Volg alvast de stappen hieronder:
STAP 1. GA NAAR HET WEBFORMULIER OP DE WEBSITE VAN OVAM. EN DUID ONDERAAN AAN DAT JE OPMERKINGEN OF BEZWAREN WIL INDIENEN.

https://app.keysurvey.com/f/41625498/73c9/

STAP 2. DUID AAN OF JE OPMERKINGEN VAN ALGEMENE AARD OF SPECIFIEKE GRONDGEBONDEN OPMERKINGEN WIL GEVEN.

Zowel bewoners als niet-bewoners kunnen opmerkingen of bezwaar indienen.

STAP 3. KOPIEER HET BEZWAARSCHRIFT HIERONDER EN PLAK HET IN DE KADER VAN HET WEBFORMULIER

Vul het bezwaarschrift van Grondrecht eventueel aan met uw eigen (perceelsgebonden) vragen en/of opmerkingen.

STAP 4. VUL JE CONTACTGEGEVENS IN HET WEBFORMULIER IN
STAP 5. JE KAN HET BEZWAARSCHRIFT OOK AAN DE GEMEENTE ZWIJNDRECHT BEZORGEN OF AAN DE OVAM PER BRIEF:
  1. tot 25/09/’22 aan OVAM, Afdeling Bodembeheer, Stationsstraat 110, 2800 Mechelen.
  1. tot 21/09/’22 aan Het College van Burgemeester en Schepenen Gemeente Zwijndrecht t.a.v. dienst Vergunningen, Binnenplein 1 te 2070 Zwijndrecht. Of per mail: info@zwijndrecht.be

VOORBEELD Bezwaarschrift


Selecteer de volledige tekst en afbeelding hieronder, kopieer en plak het in het webformulier van OVAM (zie hierboven).


vanaf hier kopiëren

BEZWAARSCHRIFT  | Evaluatie van burgercollectief Grondrecht op eerste gefaseerd bodemsaneringsproject subzone 1a (d.d. 29 juli 2022, Project nr.: R001-0642375) 

——————————————————————————————————————–

Van:
Naam: ………………………………………………………………………………………………………………………………………………

Adres: …………………………………………………………………………………………………….…………………………………………

Aan:

  1. OVAM, Afdeling Bodembeheer, Stationsstraat 110, 2800 Mechelen. https://app.keysurvey.com/f/41625498/73c9/
  1. Het College van Burgemeester en Schepenen Gemeente Zwijndrecht t.a.v. dienst Vergunningen, Binnenplein 1 te 2070 Zwijndrecht 

——————————————————————————————————————–

Geachte,

Ik dien met dit bericht formeel een bezwaarschrift in in het kader van het lopend openbaar onderzoek naar het eerste gefaseerd bodemsaneringsproject subzone 1a (d.d. 29 juli 2022, Project nr.: R001-0642375). Dit bezwaarschrift bevat volgende opmerkingen: 

  1. Vergunning van de tijdelijke opslagplaats
  • De TOP waar de vervuilde gronden tijdelijk en gescheiden volgens functie worden opgeslagen, dient correct vergund te zijn en onderworpen zijn aan de nodige milieueffectrapportage. 
  • De TOP moet vervolgens volledig correct gebouwd zijn, alvorens de graafwerken aan te vatten opdat de vervuilde grond meteen kan afgevoerd worden naar de TOP om de omwonenden maximaal te beschermen.
  • De passende beoordeling in het deel 9 Bijlagen onder titel “Bijlage 12” is onvoldoende, het onderzoekt de mogelijke effecten van PFAS op de omgeving NIET. Er wordt niet gekeken wat de uitlogingsnorm is van deze stapels tijdelijk gestockeerde zwaar met PFAS vervuilde grond. Ook wordt er niet beschreven hoe de TOP wordt gebouwd. Er moet tevens een inschatting gemaakt worden van de duurtijd van de TOP, zodat het gegarandeerd is dat deze stortplaats tijdelijk en geenszins permanent is.
  1. In kaart brengen van grondwaterstand 

Het grondwater voor de betreffende zone 1a moet in kaart worden gebracht. In “deel 3 rapport” van het BSP staat er op pagina 38 het volgende: 

“Uit de beperkte grondwatergegevens die tot dusver beschikbaar zijn, blijkt dat de PFOS- en PFOA-gehalten de voorgestelde bodemsaneringsnormen in de onmiddellijke omgeving van de locatie overschrijden. Ook andere PFAS-verbindingen (voornamelijk PFBA en PFBS) zijn in het grondwater van de onderzochte peilbuizen aangetroffen.”

Op pagina 41 onder “titel 2.3.2 Grondwaterstand” staat het volgende te lezen: 

“Het freatische grondwater in het grotere projectgebied varieert tussen 0,6 en 3,3 m onder het maaiveld, op basis van de grondwaterstanden die zijn verzameld tijdens de bemonstering in september 2021.”

Het moet onderzocht worden of het grondwater op plaatsen in de te saneren zone 1a hoger kan komen te staan dan de diepte van de (leeflaag)sanering van 0,7 m diepte. Indien dit het geval is, is een onbeperkt toekomstig gebruik van de leeflaag onmogelijk. Op de bewonersvergadering in Zwijndrecht juni ‘22 waren er in getuigenissen van bewoners waar de grondwaterstand op hun eigendom zelfs boven het maaiveld komt te liggen. Indien deze sanering o.w.v. de met PFAS vervuilde grondwaterstand niet definitief is, moet men de afweging maken per perceel of het nuttig is nu al te saneren. Uiteraard mag het niet-saneren van bepaalde percelen een verdere verontreiniging binnen zone 1a tot gevolg hebben.

Grondrecht stipte al bij de evaluatie van het BBO door ERM d.d. 16/03/’22 aan dat meting en impact van grondwaterverontreiniging deel moet uitmaken van het BBO en dus bijgevolg ook van dit BSP.

  1. Zonering
  • Contaminatie vanuit percelen van aanpalende zones naar zone 1a mag niet mogelijk zijn. Indien hier risico is moet er bekeken worden hoe dit vermeden wordt. Indien nodig moeten er maatregelen getroffen worden en deze moeten onderzocht worden door experts. We denken hierbij zelf aan bijvoorbeeld een grenszone afbakenen, eventueel schermen in de grond plaatsen, grond afdekken,…
  • Het bodemattest is een levend document, maar er wordt verwacht dit attest enigszins definitief kan zijn na sanering. Het kan niet de bedoeling zijn dat dezelfde percelen nog eens blootgesteld worden aan dezelfde vervuilingsbron.
  1. Verder gaan dan BATNEEC-principe

Daar waar nodig moet er meer gedaan worden dan leeflaagsanering. Volgende tabel in “Deel 3 rapport” toont aan dat zone 1a sterk vervuild is met PFOS, ook dieper dan 70 cm onder het maaiveld. 

Bewoners moeten volledig en zorgeloos kunnen genieten van hun grond. Op sommige percelen zal daarom een leeflaagsanering niet voldoende zijn, er worden immers op dieper dan -70 cm hoge concentraties PFOS waargenomen. Bovenstaande tabel duidt aan dat er gemiddelde concentraties van 5,4 microgram/kg ds tot 1,5 m diepte wordt gevonden. Dit ligt boven de grens van 3,8 microgram/kg ds uit het tijdelijke handelingskader van OVAM voor toepassing van tuinen met moestuinen of kippenren. 

Grondrecht is van mening dat iedereen het recht heeft om kippen te houden of eigen groenten/fruit te telen. Er moet via gedetailleerde metingen per perceel nagegaan worden welke diepte welke mate van vervuiling PFAS/PFOS bevat, zo kan er bepaald worden  tot op welke diepte gesaneerd moet worden. 

In “deel 5” van het BSP staat op pagina 117 het volgende: 

” De diepte van 70 cm werd hier gekozen als een conservatieve diepte voor leeflaagsanering, op basis van het feit dat dit groter is dan de bewortelingsdiepte van de meeste groente- en fruitgewassen van moestuinen en groter dan de potentiële ontgravingsdiepte voor het planten van bomen of struiken of voor het plaatsen van tuinhuisjes.”

Het is geweten dat wortels van oa. fruitbomen groeien naar de diepte van de grondwaterstand indien deze zich hoger dan 2m diepte onder het maaiveld bevindt. Er zijn verschillende soorten groenten, zoals zoete aardappelen, asperges, okra, tomaten, rabarber, pompoen die (of de wortels ervan) tot – 90 cm diepte kunnen groeien. Ook zijn er verschillende grassen en onkruid die diepere wortels hebben dan – 70 cm. Er blijven dus concrete maatregelen te volgen voor het verwijderen van tuinafval. 

Indien de laag onder de nieuwe leeflaag na sanering nog steeds te hoog vervuild is, zal zelfs het humaan risico via deze sanering niet weggenomen worden. Er moet dus gedetailleerd per perceel nagegaan worden waar er voor “variante C” (diepere verwijdering)  ipv “variante B” (leeflaag sanering) moet gekozen worden.

  1. Mogelijkheid tot flexibele sanering en het comfort van de getroffenen zo hoog mogelijk houden

Grondrecht is van mening dat er meer gedetailleerd per perceel in oa. woongebied moet gaan gemeten worden. Met deze verworven kennis per perceel kan gericht gekeken worden welke percelen zeer hoog, hoog, matig, laag of misschien zelfs niet vervuild zijn. Op die manier kan er op maat gewerkt worden.  

Indien de vervuiling met PFOS in de bodem lager is dan de grenswaarden voor tuinen met moestuin/kippenren volgens het huidige tijdelijk handelingskader PFAS zou de eigenaar de keuze moeten kunnen hebben om niet te saneren. Indien het handelingskader op korte termijn – duur van de sanering – verstrengd zijn uiteraard deze normen van toepassing. Uiteraard moet er dan ook voor deze percelen een conform bodemattest, dat meldt dat er geen vervuiling is gemeten, verkregen kunnen worden. Bovendien moet ERM eerst onderzoeken of dat perceel niet kan geïnfecteerd worden door andere percelen. 3M blijft in deze gevallen saneringsplichtig.

Omgekeerd, indien percelen zwaar en dieper verontreinigd zijn, zal moeten geopteerd worden voor Variant B (diepere ontgraving). Variant B houdt dan in dat men per perceel zal kijken hoe diep er zal moeten gesaneerd worden om veilig humaan gebruik mogelijk te maken. Zie ook hierboven onder “titel 4 Verder gaan dan BATNEEC-principe”.

Indien omwonenden willen wachten met saneren omdat ze de mogelijke technologische ontwikkelingen betreffende sanering (oa. fytoremediatietechnieken ) willen afwachten, moet hier begrip voor zijn en rekening mee worden gehouden. 

Ook het niet saneren onder verhardingen druist in tegen het onbeperkt en flexibel gebruik in de toekomst. Een toekomstige koper/huurder wil misschien wel bepaalde verharding wegnemen en daar een moestuin plaatsen. Indien de huidige eigenaar nu graag zijn volledig perceel wil laten saneren (inclusief wegnemen van verharding) moet dit mogelijk worden gemaakt. De wensen kunnen worden vastgelegd tijdens het plaatsbezoek/beschrijving, het bezoek van de expert, de start-werfvergadering of met de consulent/afgevaardigde van de gemeente Zwijndrecht en Vlaamse overheid. Zie ook verder “titel 8. Vlaamse overheid en gemeente Zwijndrecht dienen omwonenden bij te staan in hun rol als bouwheer”.

Deze sanering wordt prioritair in deze (woon)zone van Zwijndrecht nabij 3M uitgevoerd omdat de resultaten van het PFAS bloedonderzoek bij omwonenden zeer slecht zijn. Het werfverkeer en bijkomende stofhinder tijdens de graaf- en saneringswerken zijn een enorm grote zorg voor de omwonenden. Ze vrezen letterlijk voor hun gezondheid. Er wordt verwezen naar ‘De Naeyer’-site als voorbeeld of referentieproject voor de sanering van zone 1a, maar het moet aangestipt worden dat gezondheid van deze omwonenden veel precairder is. Bijgevolg zal men hier dus nog veel voorzichtiger moeten zijn. Zowel de tijdsduur van de sanering moet zo kort mogelijk gehouden worden, als de stofhinder moet zoveel mogelijk nog beperkt worden. 

We willen benadrukken dat er een stof actieplan moet uitgewerkt worden door 3M dat moet gecontroleerd worden door professionele overheidsinstanties, ook opvolging hiervan tijdens de werf is vereist. Het stofactieplan in “Deel 9 bijlagen” schiet tekort en moet gedetailleerder in functie van planning en per perceel uitgewerkt worden.

De vooropgestelde termijn van 3-4 jaar voor de volledige sanering van zone 1a, moet aangehouden worden en indien mogelijk zelfs worden geoptimaliseerd. Evenwel mag dit geen reden zijn om minder kwalitatieve vruchtbare grond aan te voeren. Er moet een gedetailleerde totale uitvoeringsplanning worden opgemaakt, gecontroleerd door een professionele overheidsinstelling. Deze planning wordt opgevolgd en bijgestuurd indien zich onverwachte situaties voordoen, ook dit moet besproken worden met een controlerende en toezichthoudende overheidsinstelling en uiteraard met de betrokken eigenaars. 

  1. Tuinbeplanting behouden of herstellen naar oorspronkelijke staat mét waarborgperiode

De ambitie moet zijn om de waarde en het gebruik van de  tuinen van omwonenden maximaal te garanderen of zelfs te verbeteren na de sanering (zie ook verdere argumentatie onder “titel 5” en “titel 7”). 

  • Behoud en/of hergebruik van de begroeiing en beplanting van het desbetreffende perceel. Uitgangspunt hiervoor is dat er omzichtig moet omgegaan worden met verwijdering en tijdelijke stockage van het groen. Rekening houdend met volgende zaken (niet-limitatief): 
    • bescherming van wortels en planten bij behoud
    • bescherming van wortels en planten bij verplaatsing, rekening houden met de geschikte timing per soort.
    • gerecupereerde planten moeten bij stockage tijdelijke op een propere grond geplant worden, hierbij moet rekening gehouden worden met seizoensgebonden timing en de juiste condities
  • Kwaliteit en hoeveelheid van aangevoerde grond: Zie argumentatie onder “titel 7”. 
  • 3M dient de omwonenden tegemoet te komen in de kosten van de besproeiing van hun tuinen, dit dient immers nog steeds met leidingwater in plaats van met grondwater te gebeuren (no-regret maatregelen). 
  • Na de heraanleg van de tuinen dient er door de aannemer een waarborgperiode of garantie van minimaal 5 jaar (ingaande vanaf datum beplanting) afgeleverd te worden. Indien gras of bepaalden planten niet goed groeien, of zelfs sterven of kapot gaan, moeten deze kosteloos hersteld of vervangen worden.
  1. Sanering als hefboom om milieu en eigendom te verbeteren 
  • Ontharden: daar waar mensen hun verharding weg willen, zowel in voor- als achtertuin, moet er onthard kunnen worden. Dit zorgt voor een maximale sanering en een maximale ontharding.  Ontharden en saneren als een win-win situatie. Zie ook “Titel 5. Mogelijkheid tot flexibele sanering en het comfort van de getroffenen zo hoog mogelijk te houden”.
  • asbest verwijderen: Waar zich asbest in verhardingen of daken bevindt zal deze gecertificeerd verwijderd moeten worden. Wie draait hier op voor de kosten? 
  • Biodiversiteit: Door de biodiversiteit te behouden, beschermen we alle levende soorten (dieren, planten…) die samen onze ecosystemen vormen. Net door de leeflaagsanering kunnen deze ecosystemen verstoord worden, dit moet ten allen tijden beperkt worden. Belangrijk is dat er voldoende diep propere en vruchtbare grond wordt heraangelegd, met tevens de juiste samenstelling van teelaarde. Enerzijds kan een signaallaag van geotextiel doek of klei mogelijk als scheidingslaag tussen de aangevoerde en verontreinigde grond dienen zodat deze niet mengen. De laagdiktes zijn afhankelijk van het beoogde gebruik. Anderzijds moeten we oppassen met het verdichten van de bodem, waardoor (regen)water minder goed onze gronden in dringt. Volgens het BSP zullen de (onverharde) tuinen her aangevuld worden met 50 cm geotechnisch voldoende verdichtbare zandgrond en vervolgens met 20 cm kwalitatieve teelaarde. De kwaliteit, hoeveelheid en samenstelling van de teelaarde moet gegarandeerd zijn zodat alle soorten planten of begroeiing hierin kunnen groeien en leven en opdat een gezond gebruik gegarandeerd is. Daarom wil Grondrecht aanbevelen om een onafhankelijke expert de kwaliteit en hoeveelheid van de teelaarde per perceel (en dus per beoogd gebruik) te laten adviseren en nakijken.
  1. Vlaamse overheid en gemeente Zwijndrecht dienen omwonenden bij te staan in hun rol als bouwheer

Deze bodemsanering is er één met een hoge impact en vereist een hoge graad van betrokkenheid en kennis. De omwonenden dienen (ongewild) op te treden als een professionele bouwheer voor de opkuis van een vervuiling waarvoor hij niet gekozen heeft. Grondrecht is absoluut van mening dat de Vlaamse Overheid en de gemeente Zwijndrecht deze rol als professionele bouwheer moet opnemen en een partner moet zijn van de omwonenden. Van de gemeente weten we ze dat een ze een consulent gaan aanwerven. Is dit voldoende? 

Wat doet de Vlaamse overheid? Het is de taak van de overheid om hun getroffen burgers bij te staan. Enkel de Vlaamse overheid heeft een grip op 3M indien er zaken fout lopen tijdens deze sanering o.w.v de deal met 3M. We verwachten een beschrijving van het takenpakket die de controlerende overheid, bijvoorbeeld dep. omgeving afdeling handhaving of de OVAM, op zich zal nemen. Concrete suggesties hiervoor zouden kunnen zijn:

Tijdens de werken worden een wekelijkse (of indien wenselijk vaker) werfvergaderingen georganiseerd tussen aannemer, 3M, tuinexpert en een afgevaardigde van de bewoners. De Vlaamse overheid en de gemeente Zwijndrecht dienen hier een afgevaardigde voor aan te stellen. Die afgevaardigde is de spilfiguur tussen de bewoners en de aannemer en tuinexpert en opdrachtgever 3M en verdedigt de belangen van de burgers. 

  1. Wat met de andere zones? Timeline van het volledige BBO en de volledige sanering van het vervuild gebied

Grondrecht stelde al bij de evaluatie van het Beschrijvend Bodemonderzoek opgemaakt door ERM d.d. 16/03/’22 dat volgende punten cruciaal zijn om een volledige sanering te garanderen en vraagt dan ook aan OVAM al deze stappen uit te rollen: 

  • álle volgende fasen van het BBO moeten opgenomen en uitgedacht worden, met als doel de gehele vervuiling pluim in kaart brengen, rekening houdend met ook indirect humaan- en ecotox en de verontreiniging van het grondwater.

nota hierbij:  Het is de taak van het BBO om de aard van de vervuiling in kaart te brengen, mogelijk (veronderstelde!) bronnen in kaart brengen behoren tot deze opdracht van het BBO. Indien er sprake zou zijn van vermenging, is het net de functie van een BBO om klaarheid te brengen. Hierin kan geen voorafname gemaakt worden. Merk hierbij op dat een historisch onderzoek naar alle activiteiten van 3M in de omgeving sinds de start van de PFOS productie nodig zal zijn, inclusief de beschreven experimenten met vervuild bezinksel als meststof. Mogelijke andere PFAS hotspots owv blusoefeningen zijn ook veroorzaakt door vervuiler 3M. De blusproducten die gebruikt zijn voor de brandinterventies en brandoefeningen werden immers geproduceerd door 3M. 

  • De timing van al deze volgende fasen moet vastgelegd worden. m.a.w. we moeten weten wanneer een volledige BBO beschikbaar is, ook voor het gebied buiten zone 1 & 2. 
  • Een timing voor het BSP buiten zone 2. 
  • Een gegarandeerd plan van aanpak voor de hele scope van sanering 
  1. De sanering stopt niet bij afvoer, wassen of verbranden van de vervuilde gronden

De met PFAS vervuilde af te voeren grond voor de sanering subzone 1a moet volledig wettig en veilig gebeuren. 3M en de toezichthoudende overheid hebben de voorzorgplicht om bij sanering van deze gronden de mogelijke verdere vervuiling via welke emissie dan ook tot nul te herleiden. Het kan bijvoorbeeld niet de bedoeling zijn om vervuilde gronden op een te lage temperatuur te verbranden zodat PFAS zich alsnog verder kan verspreiden via de lucht. Idem voor het slibrestant of de filters actieve kool die nog moet verband worden na reiniging van vervuilde gronden of grondwater Idem indien de gronden zouden worden afgevoerd. Ook de producten van fytoremediatietechnieken moeten als PFAS houdend afval worden behandeld.

BESLUIT: 

Bijgevolg is het, omwille van alle bovenvermelde argumentatie opgesomd in titel 1 t.e.m 10, gepast om het BSP niet conform te verklaren, of slechts conform te verklaren mits opname van bovenvermelde opmerkingen. 

——————————————————————————————————————–

Categorieën: actueel

wil je op de hoogte blijven van onze activiteiten
schrijf je in op onze nieuwsbrief
wil je op de hoogte blijven van onze activiteiten
schrijf je in op onze nieuwsbrief