19.10.2021 | Grondrecht

Handleiding bezwaarschrift

Omgevingsvergunning Bermenlandschap E34 zuid – Lantis


Bedankt voor jullie engagement om onderstaand bezwaarschrift in te dienen.
Volg alvast de stappen hieronder:
STAP 1. GA NAAR HET OMGEVINGSLOKET.
  1. https://www.omgevingsloketvlaanderen.be/
STAP 3. KLIK OP “Dien online een bezwaarschrift in”.
STAP 4. ZOEK OP
  1. vul in het zoekvenster links bovenaan de projectcode “2021060385” in
  2. selecteer “Bermenlandschap E34 Zuid (2021060385)” uit de popup-lijst onder het zoekvenster
    aan de rechter zijde verschijnen nu de projectdelen voor Antwerpen en Zwijndrecht in de lijst

Dien het bezwaarschrift in voor beide locaties, je hoeft geen inwoner van Zwijndrecht of Antwerpen te zijn. Iedereen kan steeds overal een bezwaarschrift indienen.

STAP 5. SELECTEER HET JUISTE PROJECT.

Er loopt zowel in de gemeente Zwijndrecht als de stad Antwerpen een openbaar onderzoek in kader van dezelfde herziening van de vergunning van 3M.
Je kan best je bezwaarschrift bij beide indienen zodat elk bestuur het moet behandelen.

Projectnummer: 2021060385

Klik op de achter één van de twee projecten.

Alle details en documenten van dit project verschijnen:

STAP 6. LOG IN RECHTS BOVENAAN HET VENSTER – KIES JE INLOGMETHODE – VOLG DE INSTRUCTIES.
STAP 7. KLIK NA HET INLOGGEN OP “NIEUW BEZWAARSCHRIFT TOEVOEGEN” ONDERAAN HET VENSTER.
STAP 8. VUL HET FORMULIER IN.
  • geef je e-mailadres op
  • kies wat van toepassing is bij “Vertegenwoordiging”
  • kies of je wil dat jouw bezwaarschrift zichtbaar is voor anderen > zo ja, vink dit vakje aan
  • geef je bezwaarschrift in in het grote vak en/of voeg een bestand toe
  • op de volgende bladzijden van deze handleiding vind je een voorbeeld dat je kan kopiëren
  • klik op INDIENEN!

Template Bezwaarschrift


Selecteer de volledige tekst en afbeelding hieronder, kopieer en plak het in het “Inhoud van het bezwaarschrift”-veld van je bezwaarschrift.

Let er op om na het plakken van de tekst je naam en adres (hieronder geel aangeduid) te personaliseren.
Vanzelfsprekend kan je ook nog eigen opmerkingen toevoegen.


vanaf hier kopiëren

Van:
JOUW NAAM
JOUW VOLLEDIG ADRES
JOUW WOONPLAATS


Aan:
Organisatoren openbaar onderzoek:

  1. Het College van Burgemeester en Schepenen Stad Antwerpen
    t.a.v. dienst Vergunningen, Grote Markt 1 te 2000 Antwerpen.
  2. Het College van Burgemeester en Schepenen Gemeente Zwijndrecht
    t.a.v. dienst Vergunningen, Binnenplein 1 te 2070 Zwijndrecht

Vergunningverlener:

Het Departement Omgeving van de Vlaamse Overheid
Afdeling Gebiedsontwikkeling, Omgevingsplanning en –projecten
Directie Gebiedsontwikkeling
Team Mer
Koning Albert II-laan 20 bus 8 te 1000 Brussel
mailto:mer@vlaanderen.be


BEZWAARSCHRIFT


Tegen een omgevingsvergunning voor het Bermenlandschap E34 Zuid, type stedenbouwkundige handelingen, op locatie Neerstraat 2, 2070 Zwijndrecht.
Tegen een omgevingsvergunning voor het Bermenlandschap E34 Zuid, type ingedeelde inrichtingen of activiteiten, op locatie Blancefloerlaan 501, 2050 Antwerpen.
Vergunningaanvrager: Beheersmaatschappij Antwerpen Mobiel (BAM NV – naamloze vennootschap van publiek recht), Sint-Pietersvliet 7, 2000 Antwerpen
Ref. OMV 2021060385


Geachte,

Ik dien met dit bericht formeel een bezwaarschrift in in het kader van het lopend openbaar onderzoek naar de aanvraag voor een omgevingsvergunning ‘Bermenlandschap E34 Zuid’ (OMV referentie 2021060385). Deze omgevingsvergunning omvat o.m. volgende werken:

  • het aanpassen van de bermen (hoger aan de snelwegzijde en glooiender/breder aan de landschapszijde) waardoor ook het fietspad, de grachten en waterlopen plaatselijk in zuidelijke richting dienen op te schuiven.
  • het fietspad wordt verbreed van 4m zoals vergund naar 6m breed om ook als fietssnelweg gebruikt te worden (t.h.v. de Vlietbosbeek dient hiervoor een kopmuur te worden voorzien en wordt de vergunde ecotunnel voor een beperkt deel bijkomend overkoepeld)
  • de aansluitingen van de fietsweg op de bestaande gemeentewegen wordt aangepast,
  • het hoogspanningsgebouw C05 wordt 0,5m hoger geplaatst dan vergund,
  • de fietsbrug (of kunstwerk K15) wordt aangepast in functie van de aangepaste berm en aanrijhellingen,
  • er worden plaatselijk geluidschermen gewijzigd en calamiteitendoorgangen (vluchtdeuren) voorzien,
  • het vergunde bovengrondse retentiebekken (nr. 2) wordt ondergronds en in de berm voorzien waarbij ook een ADR-bekken voorzien wordt,
  • de Neerstraat wordt voor een deel verlegd en voor een deel ook gecombineerd met de fietsweg en ingericht als fietsstraat,
  • de reeds bestaande uitstroomconstructie van de Vlietbosbeek wordt weer opengelegd en in gebruik genomen;
  • er zullen bomen niet aangeplant worden zoals vermeld in de SBVA Infra LO, deze worden op de inplantingsplannen vergunde toestand van de voorliggende aanvraag aangeduid als ‘niet aan te planten bomen’, deze vormen geen onderdeel van de herbebossingsopgave gekoppeld aan de ontbossing uit Infra LO,
  • de herbebossing die voorzien werd, zal in deze vergunningsaanvraag anders worden ingetekend omwille van het gewijzigde ontwerp en ligging van de fietsweg (zie ook addendum B01 en Q1 bij deze aanvraag),
  • er worden bijkomend bestaande verhardingen gesloopt.

Onderstaande afbeelding, gebaseerd op onderzoek gevoerd door vergunningaanvrager zelf, toont aan dat het projectgebied waarop de vergunningaanvraag van toepassing is, binnen een zone valt die sterk vervuild is met PFAS, waaronder PFOS. Via dit schrijven maak ik bezwaar bij het verlenen van een vergunning voor ‘Bermenlandschap E34 Zuid’, zolang de impact op de omgeving, waaronder Habitatrichtlijngebieden en Vogelrichtlijngebieden, de bevolking en de menselijke gezondheid niet wordt onderzocht zoals vereist door de geldende wetgeving inzake milieueffectenrapportering, en zolang de aanbevelingen van de Commissie Grondverzet niet integraal worden geïmplementeerd.

bron: https://www.oosterweelverbinding.be/_webdata/media-library/PFOS/pfos_3_ug_legende.jpg
  1. Voor de basisvergunning werd nooit een afdoende project-MER opgemaakt

Allereerst dient te worden aangestipt dat voor de basisvergunningen ten aanzien waarvan de huidige omgevingsvergunningaanvraag een gedeeltelijke wijziging uitmaakt, nooit milieueffectenrapportering werd gevoerd die in overeenstemming is met de geldende wetgeving. Zo werd onder meer het effect op de omgeving van grondverzetwerken in met PFAS vervuild gebied nooit (afdoende) onderzocht. Dit werd bevestigd tijdens de hoorzittingen van de Parlementaire Onderzoekscommissie PFAS-PFOS, onder meer op 27 augustus (door Isabelle Larmuseau, KU Leuven). 

Er werd, gelet op deze PFAS-vervuiling, voor deze en andere vergunningen onder meer geen afdoende water- en bodemtoets gevoerd; noch werd de impact van het geplande grondverzet op het grondwater afdoende bestudeerd; noch werd de impact van de werken op nabijgelegen beschermde natuurgebieden nagegaan. 

Bijgevolg kan niet naar de basisvergunning worden verwezen, om te bepleiten dat de effecten op het milieu van de werken waarvoor actueel een vergunning wordt aangevraagd niet moeten worden onderzocht. 

  1. Ook in deze aanvraag geen afdoende onderzoek naar de milieueffecten

Ook uit de documenten gevoegd bij de huidige vergunningaanvraag blijkt niet dat de mogelijke effecten van PFAS op de omgeving werden onderzocht op een wijze die in overeenstemming is met de geldende wetgeving inzake milieueffectenrapportering. 

Er werd immers nog steeds onder meer geen afdoende water- en bodemtoets gevoerd; noch werd de impact van grondverzet vermeld in de vergunningaanvraag op het grondwater afdoende bestudeerd; noch werd de impact nagegaan op nabijgelegen beschermde natuurgebieden (Habitatrichtlijngebieden, Vogelrichtlijngebieden). 

Het is daarbij ook van belang dat recent gebleken is dat (al dan niet vergunde) lozingen van 3M Belgium naast PFOS ook andere toxische PFAS-verbindingen (PFOA, FBSA, PFBSA, MeFBSA, MeFBSAA) bevatten. Bijgevolg dient ook te worden onderzocht wat het effect is van de werken waarop de aanvraag betrekking heeft, gelet op de mogelijke aanwezigheid van deze stoffen in het projectgebied.

Ten slotte wordt geenszins aangetoond dat alle aanbevelingen uit het rapport Grondverzet (14 juli 2021) integraal geïmplementeerd worden. Deze aanbevelingen dienen er immers toe te garanderen dat risico’s voor mens en omgeving maximaal worden ingeperkt.

Aangezien geen afdoende onderzoek werd gevoerd naar de milieueffecten van de geplande werken, kan geen vergunning worden verleend.

  1. Omvang van PFAS-vervuiling ongekend

In IIOA addendum E2 valt te lezen:

“In onderstaande figuur 2 is een printscreen genomen van een plan uit het beschrijvend bodemonderzoek van 2006 waarop waarden zijn weergegeven van de PFOS-analyses die toen in de bodemstalen werden uitgevoerd. In het geel is indicatief weergegeven waar in de toekomst de grindkernen zullen gerealiseerd worden. In de boringen die werden uitgevoerd in functie van het technisch verslag waarvan eerder sprake, werden in deze zone in de toplaag concentraties tussen ca. 20 en 70 μg/kg PFOS vastgesteld.

In onderstaande figuur 3 is een printscreen genomen van een plan uit het beschrijvend bodemonderzoek van 2006 waarop waarden zijn weergegeven van de PFOS-analyses die toen in de grondwaterstalen werden uitgevoerd. In het geel is indicatief weergegeven waar in de toekomst de grindkernen zullen gerealiseerd worden. De concentraties uit het bodemonderzoek in deze zone worden bevestigd in het ondertussen uitgevoerde grondwateronderzoek waarvan eerder sprake waarbij concentraties in de peilbuizen werden waargenomen die kleiner waren dan 1 μg/L.

Uit het beschrijvend bodemonderzoek van 2006 bleek een saneringplicht van de verontreinigingspluim in het grondwater met PFOS buiten het 3M-terrein. Actueel is er geen verdere saneringsplicht van het grondwater ten zuiden van de E34, hiervoor werd een eindevaluatie-onderzoek opgemaakt (wegens stabiele toestand).

Sinds 2019 is alles opnieuw in onderzoek en een nieuw beschrijvend bodemonderzoek wordt verwacht in 2022.”

Uit deze en andere passages valt af te leiden dat geen actuele, gedetailleerde data voorhanden is over PFAS-vervuiling in het gebied waarop de vergunningsaanvraag betrekking heeft. Bijgevolg lijkt het sowieso moeilijk of onmogelijk om de effecten van de werken op de omgeving en de volksgezondheid te toetsen. Zo zal het onder meer moeilijk zijn om na te gaan of het standstill-principe gerespecteerd wordt.

Ook voor de adviserende en vergunningverlenende overheden maakt dit gebrek aan informatie het onmogelijk om een afdoende inschatting te maken van de milieueffecten van de werken (in met PFAS vervuild gebied) waarvoor vergunning wordt gevraagd. Bijkomend onderzoek is bijgevolg nodig vooraleer een vergunning kan worden verleend.

  1. De aanvraag houdt geen rekening met de meest recente inzichten en normen omtrent PFAS

Gelet op de EFSA 2020-normen, lijkt het er bovendien op dat het gehanteerde normenkader voorbijgestreefd is. In september 2020 is door EFSA immers de Europese referentiedosis teruggebracht naar 0,63 ng/kg lg/dag voor de optelsom van PFOS+PFOA+PFHxS+PFNA. Dit impliceert dat de actuele gehanteerde bodemnorm van 70 µg/kg ds gebaseerd is op een cumulatieve onderschatting van de toxiciteit van PFOS met een minimale factor van 1.020x (4.500 ng/L versus 4,41 ng/L).  De gehanteerde norm staat in schril contrast met normenkaders die elders worden gehanteerd, waar zich evenwel gelijkaardige vervuilingsproblematieken voordoen. Zo wordt m.b.t. de vervuiling in Dordrecht (PFAS-vervuiling door Chemours) de regel gehanteerd om geen grond uit te graven boven 3 microgram/kg ds.

Gelet op de milieuzorgplicht, die de vergunningaanvrager verplicht alle maatregelen te nemen om schade en hinder te voorkomen, dient voor de toetsing van de vergunningsaanvraag in principe te worden gewerkt aan de hand van de meest recente inzichten. In casu is dat niet gebeurd; bijgevolg kan geen vergunning worden verleend.

  1. Sanering- en/of afvalverwijderingsverplichting

In ieder geval dienen de adviserende of vergunningverlenende overheden te onderzoeken of er met betrekking tot de PFOS-vervuiling in het gebied waarop de vergunningsaanvraag betrekking heeft, geen saneringsverplichting of afvalverwijderingsverplichting geldt. 

Zoals bevestigd door de Raad voor Vergunningsbetwistingen (14 januari 2021) kan sanering van een projectgebied geëist worden, voordat werken in vervuild gebied kunnen aanvangen.

Daarnaast dient men te onderzoeken of, gelet op de bepalingen inzake milieustrafrecht, niet aan de afvalverwijderingsplicht dient te worden voldaan vooraleer de werken worden aangevat. Dat is in casu evenmin gebeurd.

Algemeen besluit: 

Op basis van de bezwaren beschreven onder titel 1 tot 5 dient te worden geconcludeerd dat in de huidige staat van de aanvraag onvoldoende is onderzocht welke effecten op het milieu kunnen worden verwacht indien een vergunning wordt verleend. 

Zo werd er voor deze werken geen afdoende water- en bodemtoets gevoerd; noch werd de impact van grondverzet op het grondwater afdoende bestudeerd; noch werd de impact van de werken afdoende nagegaan op nabijgelegen beschermde natuurgebieden (Habitatrichtlijngebieden, Vogelrichtlijngebieden) en op de bevolking en de menselijke gezondheid. Bovendien werd niet aangetoond dat de aanbevelingen van de Commissie Grondverzet integraal worden geïmplementeerd.

Bijgevolg is het gepast de vergunning op dit moment niet te verlenen.

Categorieën: actueel

wil je op de hoogte blijven van onze activiteiten
schrijf je in op onze nieuwsbrief
wil je op de hoogte blijven van onze activiteiten
schrijf je in op onze nieuwsbrief